Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Verder, neem gij u [8]een ijzeren pan, en stel ze tot een ijzeren muur tussen u en tussen die stad; en [9]richt uw aangezicht tegen haar, dat zij in belegering [10]kome, en gij zult ze belegeren. Dit zij den huize Israels een [11]teken. 8. Te weten tot een teken van Gods vast en onbeweeglijk voornemen, dat Hij had om Jeruzalem te verderven en niet te verschonen. 9. Dat is, heb een vast voornemen om die door de belegering uit te roeien; vergelijk de manier van spreken met Lev.17:10, en zie de aantekening. De profeet wordt hier belast in manier van afbeelding het werk te doen tegen Jeruzalem, dat God zelf voorhad; Jer.21:10. 10. Hebreeuws, worde, of zij. 11. Te weten dat Jeruzalem zal belegerd, ingenomen en verstoord worden.